Is er sprake van een arbeidsovereenkomst of een opdracht?
Bij de vraag of iemand werkt als werknemer of als zelfstandige kijkt de rechter naar alle omstandigheden van de situatie. In het Deliveroo-arrest noemde de Hoge Raad al tien belangrijke punten om dit te beoordelen. Eén daarvan is het ‘intern en extern ondernemerschap’. Omdat hier nog onduidelijkheid over bestond, heeft het Gerechtshof Amsterdam extra vragen gesteld aan de Hoge Raad. Uit de Uber-uitspraak blijkt nu het volgende over dit ondernemerschap.
Ondernemerschap is één van de factoren, maar kent geen mindere of grote waarde.
De manier waarop iemand zich in de markt gedraagt, bijvoorbeeld hoe hij klanten werft of hoeveel opdrachtgevers hij heeft, wordt meegewogen. Maar dit is niet belangrijker of minder belangrijk dan andere factoren. Toch kan dit punt in de totale afweging soms het verschil maken tussen werknemer en zelfstandige.
Dezelfde klus, andere uitkomst.
Twee mensen kunnen precies hetzelfde werk doen voor dezelfde opdrachtgever, maar tóch anders beoordeeld worden: de een als werknemer en de ander als zelfstandige. Dit hangt onder meer af van hoe zij zich in de markt opstellen.
Niet alleen de relatie met de opdrachtgever telt.
De beoordeling van ondernemerschap gaat niet alleen over hoe iemand werkt voor een specifieke opdrachtgever. Ook factoren buiten die werkrelatie, zoals reputatie en acquisitie, spelen een rol.
De Hoge Raad wijkt hiermee af van de conclusie van Advocaat-Generaal De Bock, die vond dat extern ondernemerschap slechts moest meetellen als de weging van de factoren voor en tegen een arbeidsovereenkomst in evenwicht is. De Uber uitspraak sluit wel aan bij eerdere rechtspraak. Dit zorgt voor meer duidelijkheid, maar botst mogelijk met nieuwe wetgeving (VBAR) die nog in voorbereiding is.
Heeft u vragen over zzp-schap, arbeidsovereenkomsten, de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (WDBA) of de actuele rechtspraak? Neem dan contact op met onze specialisten van Arbeid & Pensioen.