Preventieve zorgplicht
De Wet bodembescherming schrijft in artikel 13 voor dat iedereen die op of in de bodem de in de wet beschreven handelingen verricht en weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om die verontreiniging of aantasting te voorkomen. Dit noemen we de preventieve zorgplicht.
Repressieve zorgplicht
Als een verontreiniging of aantasting zich voordoet, moet degene die de genoemde handelingen op of in de bodem verricht de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken. Dit noemen we de repressieve zorgplicht.
Zorgplicht begrensd door redelijkheid
De Afdeling gaat in een uitspraak van 19 oktober 2022 in op de reikwijdte van de zorgplicht. In die zaak was door een stichting verzocht om handhaving wegens het toepassen van rubbergranulaat in kunstgrasvelden. Het rubbergranulaat is bodemvreemd materiaal en in dat rubbergranulaat zitten bodemverontreinigende stoffen. De stichting vreesde dat de in het rubbergranulaat aanwezige stoffen door uitlogen, verwaaien of uitlopen in de bodem terechtkomen. Daarom handelt de eigenaar van die velden in strijd met de zorgplicht, aldus de stichting.
De Afdeling stelt over de preventieve zorgplicht voorop dat uit de tekst van art. 13 Wet bodembescherming, noch uit de wetsgeschiedenis en de totstandkoming daarvan, blijkt dat artikel 13 van de Wbb tot gevolg heeft dat iedere bodemverontreiniging en/of -aantasting geheel en permanent voorkomen dient te worden. Het gaat volgens de Afdeling om het nemen van alle maatregelen die redelijkerwijs kunnen worden gevergd.
Dit is voor de praktijk een belangrijke les. De ervaring leert namelijk dat nogal eens wordt geëist dat alle mogelijke maatregelen worden getroffen, zonder dat daarbij aandacht is voor de vraag of dat wel redelijk is. Bij het beoordelen van die redelijkheid moet ook de omvang van de risico’s een rol spelen.
Invulling geven aan zorgplicht
De regelgeving schrijft vaak niet concreet voor wat er redelijkerwijs moet worden gedaan om verontreinigingen of aantastingen zoveel mogelijk voorkomen. Deze zaak laat ook zien op welke wijze dan invulling kan worden gegeven aan de zorgplicht.
In dit geval heeft de eigenaar van de kunstgrasvelden de te nemen maatregelen gebaseerd op zorgplichtdocumenten van leveranciers en producenten van rubbergranulaat en een branchevereniging. Deze zorgplichtdocumenten hebben geen wettelijke status.
De Afdeling oordeelt – na tussenkomst van verschillende deskundigen – dat de zorgplichtdocumenten kunnen worden beschouwd als de stand der techniek. De gemeente mocht bij de beoordeling van het handhavingsverzoek daarom aan de hand van de zorgplichtdocumenten beoordelen of werd voldaan aan de preventieve zorgplicht.
Als er geen wettelijke voorschriften zijn is het dus aan te raden om te handelen conform zorgplicht- of toepassingsdocumentatie, als die beschikbaar is. Het is dan uiteraard wel van belang dat die documentatie ook voldoet aan de stand der techniek. Op die manier kan eenvoudiger worden aangetoond dat alle redelijke maatregelen zijn getroffen.