Uitspraak: Vertrouwensbreuk geen reden voor verwijdering mbo-student

Aanleiding

Een mbo-instelling verwijderde een student na beschuldigingen van stagefraude. De student zou een stage hebben opgegeven die hij feitelijk niet volgde en daarbij onjuiste stagedocumenten hebben verstrekt. De student ontkende de beschuldigingen in eerste instantie, maar gaf later toe dat hij inderdaad geen stage had gelopen.

Het instellingsbestuur verwijt de student dat hij de gedragingen in eerste instantie heeft ontkend. Volgens het bestuur is daarmee het onderlinge vertrouwen geschaad en is de verhouding tussen hem en de onderwijsinstelling verstoord. De student wordt om deze redenen verwijderd.

Uitspraak

De Raad van State  oordeelt dat een mbo-student alleen verwijderd mag worden als sprake is van een ernstige bedreiging voor de orde, rust of veiligheid op de instelling. In deze zaak was hiervan geen sprake. Het instellingsbestuur heeft onvoldoende aangetoond waarom de vertrouwensbreuk leidt tot een bedreiging van de orde, rust of veiligheid op de instelling. Het verwijderingsbesluit gaat daarom onderuit.

Alternatieven voor verwijdering

Verwijderen is een ingrijpende maatregel die slechts voor specifieke situaties is bedoeld. Terughoudendheid is dus geboden. Een mbo-instelling heeft echter meer mogelijkheden om ongewenst gedrag aan te pakken. Zo merkt de Raad van State in de uitspraak op dat de examencommissie van de opleiding bij fraude maatregelen kan nemen. Zo kan een student voor een bepaalde tijd zijn examenrechten worden ontnomen. In het geval van ‘ernstige fraude’ kan de examencommissie een voorstel aan het instellingsbestuur doen om de inschrijving van de student te beëindigen. Het instellingsbestuur heeft dan het laatste woord.

Vragen?

Heeft u vragen over dit onderwerp, neem dan contact op met onze specialisten van sectorteam Onderwijs.