Wettelijke verdeling: als iemand overlijdt zonder het maken van een testament dan bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. Laat de erflater in zo’n geval een echtgenoot en ten minste één kind achter, dan geldt de wettelijke verdeling. Dit houdt in dat de langstlevende echtgenoot automatisch alle goederen van de nalatenschap krijgt en alle schulden van de nalatenschap moet betalen. De kinderen krijgen in dat geval een geldvordering op de echtgenoot ter grootte van hun erfdeel.
Deze geldvordering is niet onmiddellijk opeisbaar en wordt op grond van artikel 13 lid 4 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek ieder jaar vermeerderd met de wettelijke rente, voor zover dit percentage hoger is dan 6%. Lange tijd was daarvan geen sprake en werden de vorderingen van de kinderen dus niet verhoogd. Met ingang van 1 januari 2024 geldt echter een wettelijke rente van 7%, zodat de vorderingen nu met 1% worden verhoogd. Deze rente loopt vanaf het overlijden van de erflater.
Legitieme portie
De overledene kan ervoor kiezen om een of meerdere kinderen te onterven. Het onterfde kind kan dan aanspraak maken op zijn legitieme portie. Dit is een geldvordering die gelijk is aan het gedeelte van de waarde van de nalatenschap waar een kind, ongeacht de onterving, recht op heeft, zijnde grofweg de helft van het erfdeel.
Ook deze geldvordering is niet onmiddellijk opeisbaar en wordt op grond van artikel 84 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek jaarlijks verhoogd met de wettelijke rente, voor zover deze hoger is dan 6%. Met ingang van 1 januari 2024 geldt daarom ook voor de legitieme geldvordering dat deze wordt verhoogd met 1%. Anders dan bij de wettelijke verdeling geldt deze verhoging niet vanaf het moment van overlijden van de erflater, maar vanaf het moment dat aanspraak is gemaakt op de legitieme portie.
Contact
Heeft u vragen over erfrechtelijke onderwerpen of wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Christiane Verfuurden of met één van de andere advocaten van Team Familie- en erfrecht.