In het handelsverkeer komt het begrip verrekening regelmatig voor. Hierbij wordt vaak gedacht aan vorderingen die over en weer verrekend worden. Het kan echter ook gaan om een doorlopende verrekening die plaatsvindt op een bankrekening tussen de bank en de rekeninghouder of tussen vennootschappen onderling. We spreken dan over een rekening-courantverhouding. In een recente casus zijn de verschillende vormen van verrekening en hun toepassing nog eens weergegeven. We gebruiken deze casus als uitgangspunt voor deze blog.
Waar gaat het over?
De casus betreft een arbeidsrechtelijk geschil tussen de bestuurder (hierna: werknemer) van een stichting (hierna: de stichting) en de stichting zelf. De werknemer is daarnaast bestuurder en enig aandeelhouder van een andere vennootschap. Tussen deze vennootschap en de stichting bestaat een rekening-courantverhouding uit hoofde waarvan de vennootschap van werknemer een schuld heeft aan de stichting.
Na enige tijd is het dienstverband tussen de werknemer en de stichting door middel van een vaststellingsovereenkomst beëindigd. In deze vaststellingsovereenkomst is onder meer opgenomen dat de stichting een aantal vergoedingen aan de werknemer zal betalen. De stichting heeft in plaats van deze vergoeding van EUR 75.000,- rechtstreeks aan de werknemer te betalen, dit bedrag in mindering geboekt in de rekening-courantverhouding tussen de stichting en de vennootschap. Hierdoor is de schuld van de vennootschap van de werknemer aan de stichting afgenomen.
De werknemer vordert betaling van de vergoedingen die de stichting/werkgever uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst verschuldigd is. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep wordt de stichting veroordeeld tot betaling van de overeengekomen vergoedingen, zij het dat daarop een bedrag van EUR 75.000,- in mindering wordt gebracht. Volgens het hof is er namelijk sprake van verrekening door de schuldenpositie van de vennootschap te verminderen. De werknemer is het daar niet mee eens. Hij meent dat dit bedrag niet verrekend kan worden, omdat de vergoedingen aan hem verschuldigd zijn en niet aan zijn vennootschap. Er is sprake van wat we noemen twee verschillende, te onderscheiden rechtssubjecten.
Het begrip ‘verrekening’
Uit het vervolg van deze casus blijkt dat aan het begrip ‘verrekening’ verschillende betekenissen toekomen. We kunnen de volgende betekenissen onderscheiden
Verrekening in eigenlijke zin
Verrekening in eigenlijke zin is de verrekening zoals we die kennen in art. 6:127 BW. Een schuldenaar kan jegens zijn schuldeiser verklaren dat hij zijn schuld verrekent met een vordering of zich beroepen op de delging van een schuld door een al voltooide verrekening. De verrekening heeft als gevolg dat de schuld en vordering tot hun gemeenschappelijk beloop tegen elkaar weg vallen.
In art. 6:217 lid 2 BW is bepaald wanneer een partij tot verrekening bevoegd is. Uit dit artikel volgen de volgende vereisten:
- er is sprake van wederkerigheid. Partijen zijn over en weer elkaars schuldeiser en schuldenaar;
- de schuldenaar heeft een prestatie te vorderen die beantwoordt aan zijn schuld;
- de schuldenaar is bevoegd tot betaling van zijn schuld;
- de schuldenaar is bevoegd tot het afdwingen van de betaling van zijn vordering.
Art. 6:127 lid 3 BW bepaalt vervolgens nog dat de vordering en schuld niet in van elkaar gescheiden vermogens mogen vallen. Art. 6:127 BW is van regelend recht. Dit betekent dat het mogelijk is om de mogelijkheid tot verrekening contractueel te verruimen, beperken of uitsluiten. Een contractuele verruiming van het wederkerigheidsvereiste is dus ook mogelijk.
Verrekening in algemene zin
Het gaat bij verrekening in algemene zin om een ruimere uitleg van het begrip verrekening als bedoeld in art. 6:127 BW. Het gaat dan om de situatie dat bij de berekening van een verschuldigde som bepaalde bedragen in mindering worden gebracht op het totaal. Een voorbeeld hiervan is het vaststellen van een schadevergoeding, waarbij bepaalde posten in mindering op het schadebedrag worden gebracht.
Verrekening in processuele zin
Er is sprake van verrekening in processuele zin als de rechter (op verzoek van een partij) in het dictum veroordelingen in conventie en reconventie tot hun gezamenlijk verloop tegen elkaar wegstreept.
De praktijk
In de praktijk wordt het onderscheid tussen de verschillende betekenissen van het begrip ‘verrekening’ niet steeds gemaakt. De casus laat zien dat u daar wel degelijk aandacht voor moet hebben. De uiteindelijke betekenis van het begrip beïnvloedt namelijk ook de juridische gevolgen voor partijen. In de voorliggende casus was geen sprake van verrekening in eigenlijke zin. De schuld van de stichting aan de werknemer wordt van rechtswege verminderd door in de rekening-courantverhouding een creditpost van EUR 75.000,- te boeken ten behoeve van de vennootschap. Het hof heeft terecht geoordeeld dat de werknemer (stilzwijgend) toestemming heeft gegeven aan de stichting om de betaling van EUR 75.000,- te verrichten door de schuld op de vennootschap met dat bedrag te verminderen.
Door het juiste onderscheid te maken, kan verwarring over de geldende wetsartikelen worden voorkomen. Als er sprake is van verrekening in algemene zin is er geen sprake van verrekening in de zin van de wet en zijn de vereisten en rechtsgevolgen van art. 6:127 BW niet van toepassing. Denk hierbij aan de situatie dat een klant een voorschot heeft betaald voor werkzaamheden en u brengt dit voorschot in mindering op de eindnota. Dit is verrekening in algemene zin en niet in eigenlijke zin. Stel nu dat sprake is van een contractueel verrekeningsverbod dan kunt u alsnog het voorschot in mindering brengen, want een verrekeningsverbod ziet op verrekening in eigenlijke zin (art. 6:127 BW) en dat artikel is niet van toepassing bij verrekening in algemene zin. Wilt u dat art. 6:127 BW wel van toepassing is dan kan dat in beginsel alleen als aan de hiervoor behandelde eisen is voldaan. Bedenk dus altijd goed van tevoren welke feitelijke handeling verricht wordt en of er dan sprake is van verrekening in eigenlijke zin of verrekening in algemene zin.