Turboliquidatie wordt gebruikt als middel om rechtspersonen te beëindigen. Eerst wordt een ontbindingsbesluit genomen door de algemene vergadering (of het bestuur ingeval van een stichting). Wanneer de rechtspersoon op het moment van ontbinding geen baten heeft houdt deze, zonder verdere vereffening, op te bestaan. Van een faillissement is geen sprake. Dat geldt ook als de schulden de baten overtreffen. De huidige wetgeving stelt verder geen eisen aan deze wijze van bedrijfsbeëindiging, waardoor er een reëel misbruikgevaar bestaat.
Waarborgen
De nieuwe wet stelt een aantal aanvullende waarborgen:
- Deponeringsplicht: het bestuur moet binnen 14 dagen na het ontbindingsbesluit een aantal financiële stukken deponeren en moet eventuele schuldeisers over de deponering informeren;
- Inzagerecht: schuldeisers kunnen de kantonrechter bij schending van de deponerings- en/of informatieplicht vragen om het bestuur te bevelen inzage te verstrekken in de administratie van de rechtspersoon;
- Bestuursverbod: onder omstandigheden kan de rechtbank op verzoek van het Openbaar Ministerie een bestuursverbod opleggen.
Deponeringsverplichting en inzagerecht
Het bestuur van de ontbonden rechtspersoon moet binnen 14 dagen na de ontbinding de volgende stukken deponeren bij de Kamer van Koophandel en eventuele schuldeisers daarover informeren:
- Een balans en een staat van baten en lasten over het jaar van de ontbinding;
- ·Een beschrijving van de oorzaak van het ontbreken van baten en, als er voor ontbinding baten te gelden zijn gemaakt, op welke wijze dat is gebeurd en hoe de opbrengsten zijn verdeeld;
- Als schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald blijven, de redenen daarvoor;
- De jaarrekeningen van de jaren voorafgaand aan de ontbinding, inclusief eventuele accountantsverklaring, voor zover die moesten worden gedeponeerd en dat nog niet is gebeurd.
Bij schending van deze verplichtingen kunnen schuldeisers de kantonrechter vragen het bestuur te bevelen om inzicht te verstrekken in de administratie van de rechtspersoon. Daardoor wordt het voor schuldeisers makkelijker om eventuele juridische stappen te nemen na de turboliquidatie.
Bestuursverbod
Onder omstandigheden kan de rechtbank op verzoek van het Openbaar Ministerie een bestuursverbod opleggen. Door een dergelijk bestuursverbod is een (feitelijk) bestuurder automatisch geen (feitelijk) bestuurder meer van andere rechtspersonen waar de betreffende persoon als bestuurder is benoemd. Bovendien kan de betreffende persoon dan ook niet meer tot bestuurder van nieuw opgerichte rechtspersonen worden benoemd. Oplegging van een dergelijk bestuursverbod is mogelijk in de volgende gevallen:
- als niet is voldaan aan de hierboven beschreven deponeringsverplichtingen;
- als de bestuurder doelbewust namens de rechtspersoon handelingen heeft verricht of nagelaten, waardoor één of meer schuldeisers aanmerkelijk zijn benadeeld;
- als de betreffende persoon in de twee jaar voorafgaand aan de turboliquidatie ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement van een rechtspersoon of bij een turboliquidatie en hem of haar daarvan een persoonlijk verwijt treft.
Tijdelijk karakter
De wet wordt ingevoerd voor een periode van twee jaar. Na deze periode wordt bezien of en in welke vorm de wet permanent wordt ingevoerd. De wet kan met twee jaar worden verlengd als wordt besloten deze permanent in te voeren.
Voor de praktijk
De wet geldt als u de rechtspersoon ontbindt op of na 15 november 2023. Mocht u overwegen om tot turboliquidatie over te gaan, laat u dan goed adviseren.
Is een debiteur onder de nieuwe wetgeving opgehouden te bestaan via een turboliquidatie, dan is het gemakkelijker om de bestuurder(s) van uw debiteur aan te spreken als uw vordering (deels) onbetaald is gebleven.
Wilt u meer weten over turboliquidatie? Neem dan contact op met Sjors Kessels of Jeffrey van Nuland.