Wet opheffing verpandingsverboden aangenomen en gepubliceerd

Het is niet langer mogelijk om de overdraagbaarheid of verpandbaarheid van een geldvordering uit te sluiten. Ook het afspreken van bepalingen die indirect het verpanden of overdragen van een geldvordering belemmeren, is verboden.

Het verbod is van toepassing op geldvorderingen die voorkomen uit de uitoefening van een beroep of bedrijf. Met andere woorden: het gaat om zakelijke geldvorderingen. Daaronder vallen niet alleen B2B geldvorderingen maar ook B2C geldvorderingen. Spreken partijen toch af dat de geldvordering niet overdraagbaar of verpandbaar is, of maken ze afspraken waardoor de overdracht of verpanding wordt bemoeilijkt, dan is het beding nietig. Uiteraard bestaan dergelijke afspraken al omdat voor de inwerkingtreding van de wet het verbod nog niet geldt. Voor reeds bestaande bedingen waarin de overdraagbaarheid of verpandbaarheid is uitgesloten, geldt dat die 3 maanden na de inwerkingtreding van de wet nietig worden.

Verder gaat de eis gelden dat de mededeling waarbij een overdracht van een vordering of pandrecht op een vordering openbaar wordt gemaakt schriftelijk moet geschieden.

Op het verbod om af te spreken dat een vordering niet overdraagbaar of verpandbaar is en de eis dat openbaarmaking van een overdracht van of pandrecht op die vordering schriftelijk moet zijn 4 uitzonderingen:

• Een geldvordering uit hoofde van betaal- of spaarrekeningen;
• Een geldvordering uit hoofde van krediet- of geldleningsovereenkomst als aan de kant van de geldgever meer partijen betrokken zijn of worden (syndicaatlening);
• Een geldvordering uit hoofde van een clearinginstelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelinstantie, een verrekeningsinstituut of centrale bank;
• Een geldvordering die op een G-rekening zal worden betaald.

Deze wetswijziging leidt ertoe dat de financierbaarheid van een onderneming wordt vergroot. Er zijn immers meer vorderingen die in zekerheid gegeven kunnen worden. Let er wel op dat vorderingen waarop, op basis van bestaande afspraken, geen pandrecht gevestigd kon worden, door de inwerkingtreding van de wet automatisch  verpand worden. Ook voor de debiteurenafdeling van een onderneming is extra alertheid vereist wanneer  een schriftelijke melding binnenkomt waarbij de overdracht van een vordering of het pandrecht op een vordering openbaar wordt gemaakt. Wordt daarna alsnog aan de oorspronkelijke schuldeiser betaald, dan kan dat ertoe leiden dat tweemaal betaald moet worden.

De exacte datum waarop de wet in werking zal treden is nog niet bekendgemaakt. Naar alle waarschijnlijkheid zal dit 1 juli 2025 zijn. We zullen u hierover op de hoogte houden.