De Raad van State is over het algemeen positief over het wetsvoorstel en kan de minister volgen in de noodzaak om internationale studentenaantallen in balans te brengen en het Nederlands als onderwijstaal te versterken. Wel zijn er enkele verbeterpunten. Zo zou er meer onderscheid gemaakt moeten worden tussen het hogescholen en universiteiten. Hogescholen kennen een lagere en stabielere instroom van internationale studenten dan universiteiten. Sommige onderdelen van het wetsvoorstel zouden niet, of in lichtere vorm, op hogescholen van toepassing moeten zijn.
Numerus fixus
De minister wil met het wetsvoorstel hoger onderwijsinstellingen de mogelijkheid geven om makkelijker een numerus fixus in te zetten voor specifieke bachelor- en associate degree-opleidingen. Volgens de Raad van State zou een ‘capaciteitsfixus’ voor opleidingen die grote aantallen internationale studenten aantrekken een geschikt middel kunnen zijn.
De Raad van State tekent wel aan dat de fixus niet de heilige graal is om internationalisering in balans te brengen. Op verschillende beleidsterreinen zal voor de lange termijn moeten worden nagedacht over de plaats van internationalisering in het hoger onderwijs en de samenleving. Hierin hebben de instellingen zelf ook een rol, onder andere door te sturen op het onderwijsaanbod en door het sluiten van bestuurlijke akkoorden.
Amendement numerus fixus
De Tweede Kamer heeft een amendement over numerus fixus aangenomen. Dit amendement regelt dat instellingen een fixus kunnen toepassen voor anderstalige trajecten binnen opleidingen. De Tweede Kamer zou willen dat instellingen al in het academisch jaar 2025-2026 deze fixus kunnen inzetten. De Raad van State vraagt de regering te reflecteren op dit amendement aangezien onduidelijk is of op zo’n korte termijn deze fixus ingezet kan worden. Zo moet er bijvoorbeeld een selectieprocedure worden ingericht.
Akkoorden hoger onderwijsinstellingen
De minister en de Tweede Kamer hebben de instellingen opgeroepen vóór inwerkingtreding van de wet maatregelen te nemen om de instroom van internationale studenten te beperken. De koepelorganisaties van de universiteiten (UNL) en hogescholen (VH) hebben hier gehoor aan gegeven en zelf maatregelenpakketten opgesteld.
Instellingen krijgen in het wetsvoorstel de mogelijkheid om gezamenlijk aanvragen te doen voor anderstalige opleidingen. In een ‘clusteraanvraag’ kunnen de instellingen aantonen dat zij gezamenlijk hebben nagedacht over het aantal anderstalige opleiding en de verspreiding daarvan in een bepaalde regio. De Raad van State adviseert in de wetstekst zelf op te nemen dat ‘zelfsturing’ de voorkeur heeft boven ingrijpen. Ook adviseert de Raad van State dat instellingen verplicht zijn ‘op overeenstemming gericht overleg’ te voeren vóór ze een clusteraanvraag indienen.
1 januari 2025
Als het wetsvoorstel wordt aangenomen zijn dit belangrijke veranderingen per 1 januari 2025 voor universiteiten en hogescholen:
- toestemmingsvereiste voor niet-Nederlandstalige opleidingen; meer mogelijkheden om capaciteitsfixus toe te passen voor (anderstalige trajecten binnen) opleidingen;
- gezamenlijk aanvragen van anderstalige opleidingen wordt mogelijk.
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Lees ook deze eerdere blog over het onderwerp.